◊ Cact. 2:220 (1920)
◊◊ Cereus martianus Zucc - Flora 15(2): Beibl. 66 (1832)
Eriocereus martianus (Zucc)Ricc - Boll. R. Ort. Bot. Palermo 8:240 (1909)
Aporocactus conzattii Br&R - Cact. 2:220" (1920)
Cereus conzattii (Br&R)Berg - Kakteen 110 (1929)
Disocactus martianus (Zucc)Barth - Bradleya 9:88 (1991)
- Leden liggend of rechtop, 1,5-2 cm doorsnede, blauwgroen. Ribben 8, laag,
stomp. Areolen 1 cm uiteen. Randdoorns ±8, 5 mm lang, bruingeel, basis
donkerder. Middendoorns 3-4, dikker en donkerder. Bloem 8-10 cm lang, 6 cm
doorsnede. Receptaculum vrijwel recht. Bloembladeren smal lancetvormig, lang
toegespitst, rozerood, spitser dan van Aporocactus conzattii. Filamenten
witachtig. Stijl en meeldraden veel langer dan bloembladeren. Vrucht
bolvormig, 2 cm doorsnede, groenachtig, bedoornd.
- Mexico: Oaxaca, 1500-2200 m, in nevelwoud en eikenbossen.
Curtis' Bot. Mag. 66:3768 fig 263'
Cact. 2:220, 221'
Backeberg 2:821
Bravo 1:436, 439, 440, 442"
KuaS 30(2):273"
Bradleya 7:93
Succulenta 84(4):188
NCL 78"