◊ Willdenowia 40:167 (2010)
◊◊ Rhipsalis incachacana Card - Cactus 34:125 (1952)
Acanthorhipsalis incachacana (Card)Volgin - Byull. Mosk. Obshch. Ispyt. Prir. Biol. 87(3):83 (1982)
Lepismiun incachacanum (Card)Barth - Bradleya 5:99 (1987)
- Rijk vertakt, hangend, tot 1,5 m lang. Leden 20-30 cm lang, 4-6 cm breed, vlak, soms enigszins verwrongen of gegolfd, middennerf 2-3 mm dik, groen. Areolen ±2 cm uiteen, ±5 mm doorsnede, met lichtbruin vilt. Fertiele areolen diep verzonken. Doorns 10-80, in een bosje staand, 2-18 mm lang, stijf tot haarachtig, lichtbruin tot witachtig. Oudere leden zonder doorns. Knop rood, later geel. Bloem 1 cm lang, buiten rood, binnen paars, 1-5 per areool. Ovarium 2 mm lang, groenachtig, met haar en paarse schubben, basis met wit haar. Buitenste bloembladeren 2-6 mm lang, binnenste bloembladeren 5 mm lang. Meeldraden wit, helmknoppen lichtgeel. Stijl 7 mm lang, boven donkerpaars, basis lichter, stempels wit. Vrucht vijfkantig, roodachtig, later groen, 8 mm doorsnede. Zaad 2 mm lang, glanzend zwart.
- Bolivië: La Paz, Cochabamba (T: Incachaca), epifytisch, 2200-2500 m.
Cactus (Fr) 34:125
CSJ(USA) 57(6):258"
Backeberg 2:680
Epiphytes 13-50:58-60
Bradleya 5:97-100; 13:47
KuaS 49(1):1", 7"
Bradleya 18:15
NCL 142"
EPIG 1(3):23-25"; 10(3):77|, 80, 81"; 65:1", 18-23, 18-19"