Selenicereus triangularis
(L)Hunt


◊ Cact. Syst. Init. 36:34 (2017)
◊◊ Cactus triangularis L - Sp. Pl. 468 (1753)
Cactus triangularis aphyllus Jacq - Stip. Amer. 152 (1763)
Cereus compressus Miller - Gard. Dict. ed. 8nr. 10 (1768)
Cereus triangularis (L)Haw - Syn. Pl. Succ. 180 (1812)
Cereus triangularis major DC - Prodr. 3:468 (1828)
Hylocereus triangularis (L)Br&R - Contr. US Nat. Herb. 12:429 (1909)
Hylocereus cubensis Br&R - Cact. 2:188 (1920)
Mediocactus pomifer Wgt - Zeitschr. Sukkulentenk. 70 (1927)
Hylocereus compressus (Miller)Ito comb. illeg. - Ito 122 (1981)

- Klimmend of kruipend, leden tot 4 cm doorsnede, groen, met veel wortels. Ribben scherp driekantig, vrijwel recht, niet hoornachtig. Doorns meest 6-8, naaldvormig, basis verdikt, kort, spreidend. Bloem 20 cm lang of meer, wit. Schubben 2-5 cm lang, niet overlappend. Areolen vaak met korte doorns. Buitenste bloembladeren langer dan de binnenste, lineair-lancetvormig, spits. Binnenste bloembladeren wit. Stempel ongedeeld. Vrucht rood.

- Wijd verbreid op de Caribische eilanden.

Cact. 2:183,192, 193'
Cact. 2:188' (Hylocereus cubensis)
Backeberg 2:799 (Mediocactus pomifer)
Backeberg 2:810 (Hylocereus cubensis)
Backeberg 2:814
KL 269 (Mediocactus pomifer)
Cact. Syst. Init. 19:4-7
Kaktusz Világ 1988(4):63
Succulenta 85(5):231"
NCL 140"
EPIG 6(3):69