Lepismium houlletianum
(Lem)Barth


◊ Bradleya 5:99 (1987)
◊◊ Rhipsalis houlletiana Lem - Ill. Hort. 5 misc. 64 (1858)
Rhipsalis houlletii (Lem)Lem - Curtis's Bot. Mag. 100 pl 6089 (1874)
Hariota houlletiana (Lem)Küntze - Rev. Gen. Plant. 1:263 (1891)
Acanthorhipsalis houlletiana (Lem)Volgin - Byull. Mosk. Obsch. Ispyt. Prir. Biol. 87(3):83 (1982)

- Struikachtig, hangend, tot 2 m en langer. Leden eerst cilindrisch, verder bladachtig, dit vaak afwisselend. Steelvormig deel tot 2 mm doorsnede, bladvormig deel tot 40 cm lang, 3-5 cm breed, grof getand. Areolen kaal. Bloem 2 cm lang, 1 cm doorsnede, klokvormig, geelwit met rood hart. Meeldraden wit, met roodachtige basis. Stamper witachtig. Ovarium kortcilindrisch, vier- tot vijfkantig, lichtgroen. Vrucht rond, tot 1 cm doorsnede, rood tot zwart. Zaad klein.

- Brazilië: Minas Gerais, São Paulo, Rio de Janeiro, Paraná, Santa Catarina, Rio Grande do Sul; Argentinië: Misiones, epifytisch, tot 1900 m. Bloeitijd november tot januari.

Cact. 4:238, plate 33
Frst&Rmpl 880
An. Mus. Hist. Nat. Buenos Aires 32:477 (1925)
Backeberg 2:669, 670"
Ritter 1:40, 281"
Succulenta 77(1):12"
KuaS 21(3):43'; 49(1):0"; 50(4):76"
EPIG 11(1):11"; 11(2):57"
Bradleya 13:49"
NCL 142"
CEB 132", 202
Rodriguésia 71' (2020)