Disocactus anguliger

(Lem)Cruz&Arias

◊ Willdenowia 46:157 (2016)
◊◊ Phyllocactus anguliger Lem - Jard. Fleur. 1 pl. 92 (1851)
Phyllocactus serratus Brongnart - in: Labouret, Monogr. Cact. 417 (1853)
Epiphyllum anguliger (Lem)Gdon - in: Loudon, Encycl. Pl. ed.3:1380 (1855)
Phyllocactus darrahii KSch - Gesamtb. Kakt. Nachtr. 69 (1903)
Epiphyllum darrahii (KSch)Br&R - Contr. US Nat. Herb. 16:256 (1913)


- Leden tot 1 m lang, 4-8 cm breed, primaire leden cilindrisch. Zijleden gelobd met diepe bochten, soms bijna tot bij de nerf. Areolen 2-3 mm doorsnede, met kleine schubben, weinig vilt, soms 1-2 witte haren. Bloem 15- 18 cm lang, geurend. Ovarium met schubben van 3 mm lang. Receptaculum 8-12 cm lang, met weinig, ver uiteenstaande lineaire schubben. Buitenste bloembladeren 5 cm lang, citroen- tot donkergeel. Binnenste bloembladeren lancetvormig, 5 cm lang, wit, soms met gele punt. Meeldraden en stamper wit. Vrucht 3-4 cm doorsnede, wit, groenachtig, geurend.


- Mexico: Michoacán, Mexico, Jalisco, Nayarit, Oaxaca, Guerrero, Hidalgo (T: Matanejo); Guatemala (Coatepeque); El Salvador: Sierra de Apaneca.


Jard. Fleur. 1: t. 92' (1851)
Frst&Rmpl 839
Cactaceae 4:190" (E. darrahii)
Ep. Hb. 8",12",144"
Backeberg 2:748, 749"
Bravo 1:488, 489", 490"
Succulenta 40(2):15"; 87(4):156"
Succulenta 67(10):219 ('E. gertrudianus')
KuaS 22(1):5"; 31(6):184"
Epiphytes 2-8:67; 4-16:73; 6-21:18;
Epiphytes 12-46:54 ('E. gertrudianus')
Cact. Syst. Init. 17:26
NCL 104"
NCL 104 (E. darrahii)
EPIG 6(1):22; 10(2):64; 15(1):18"; 63:5-15|, 17"; 74:24"