◊ Flora Brasiliensis 4(2):286 (1890)
◊◊ Lepismium dissimile Lindb - Gartenflora 39:148 (1890)
Rhipsalis rugulosa Lem - Ill. Hort. 8: na pl. 293 (1861)
Rhipsalis dissimilis setulosa Web - Rev. Hort. 64:428 (1892)
Rhipsalis rigida Löfgr - Arch. Jard. Bot. Rio de Janeiro 1:93 (1915)
Rhipsalis chrysantha Löfgr - Arch. Jard. Bot. Rio de Jan. 1:99 (1915)
Lepismium chrysanthum (Löfgr)Backbg - Backeberg 2:694 (1959)
Lepismium rigidum (Löfgr)Backbg - Backeberg 2:695 (1959)
Rhipsalis dissimilis f marnierianum Backb - DCN 3:7 (1963)
Lepismium saxatile Friedr&Red - NCSJ 20(4):57 (1965)
Rhipsalis saxatile (Friedr&Red)Friedr&Red - NCSJ(GB) 20(4):57 (1965)
Rhipsalis spinescens Lombardi - Acta Bot. Bras. 5(2):53-76, 1991 (1993)
- Fors, eerst rechtop, later hangend. Stam cilindrisch of kantig, tot 1 cm
doorsnede. Leden tot 40 cm lang. Areolen met doorntjes. Volgende leden min of
meer kantig, 15-20 cm lang, 1 cm doorsnede, met tweeën of in kransen van
3-5. Areolen eerst met 14 of meer doorntjes, 0,4-2 cm uiteen, spiralend, met
wol en later verdwijnende doorntjes. Schubben relatief groot, rood, later
verdwijnend. Bloem lateraal, 1,2-1,3 cm lang, 1,5 cm doorsnede, wit,
buitenste bloembladeren wit met roze of strogeel, knop rood of geel. Meeldraden wit, helmknoppen
geel. Stamper wit. Vrucht door wol omgeven, rood, basis wit, soms vrijwel
kleurloos, 8-10 mm, samengedrukt.
- Brazilië: São Paulo (Ypanema, langs de Rio Socoraba, Serra da Cantareira), Paraná, ?Santa Catarina,
epifytisch en epilytisch, 800-1100 m.
Cact. 4:236, plate 29, 32 (=R. pacheco-leonis?)
Cact. 4:233 (R. rigida)
Backeberg 2:693
Backeberg 2:695 (R. rigida)
KuaS 17(5):91; 25(8):170 (R. saxatile)
Bradleya 13: 54
NCL 254"
EPIG 79:1", 5-15"| (R. spinescens)
Succulenta 97(5):221- 224"