Rhipsalis pachyptera
Pfeiff
◊◊ Enum. Cact. 132 (1837)
Cactus alatus Willdenow (non Swartz 1788) - Enumeratio plantarum supp. 35 (1813)
Epiphyllum alatum (Wild)Haw (non Haw 1829) - Supp. Plant. Succ. 84 (1819)
Cactus triqueter Vell - Fl. Flum. 206 non Haw 1803, non Willd 1813 (1825)
Cereus alatus (Wild)Lk&O (non DC 1828) - Abbildungen neuer Gewächse 77 (1830)
Rhipsalis pachyptera crassior SD - Enum. Cact. 132 (1837)
Lepismium fluminensis Miq - Bull. Sci. Nat. Néerl. 48 (1838)
Rhipsalis robusta Lem (non Lindb 1896) - Rev. Hort. 32:502 (1860)
Hariota triquetra (Vell)Küntze - Rev. Gen. Pl. 1:263 (1891)
Hariota pachyptera (Pfeiff)Küntze - Rev. Gen. Plant. 1:263 (1891)
Hariota robusta (Lem)Küntze - Rev. Gen. Plant. 1:263 (1891)
Rhipsalis crassa KSch - Keys 54 (1903)
Rhipsalis oblonga helicoidea Löfgr - Arch. Jard. Bot. Rio de Jan. 2:44 (1918)
Rhipsalis dusenii Hjelmq - Bot Not. 4:349 (1941)
- Rechtop, later hangend, tot ±1 m lang. Basale leden langwerpig,
spoelvormig, meestal drievleugelig. Secundaire leden ovaal, elliptisch tot
rond, grof gekerfd, donkergroen, rood aangelopen, 8-20 cm lang, 5-12 cm
breed, met duidelijke nerven. Areolen met kleine schubjes en zeer weinig
vilt. Bloem geel, 1,5 cm lang, 2-2,5 cm doorsnede, geurend. Meeldraden
doorschijnend wit, helmknoppen geelwit. Stamper wit. Ovarium rond tot kort
cilindrisch, groen, kaal. Vrucht wit tot rood, samengedrukt tot bolvormig.
- Brazilië: Rio Grande do Sul tot Rio de Janeiro, in kustgebergte tot
aan de Serra da Cantareira in São Paulo, Paraná, tot 1500
m. Bloeitijd februari tot augustus.
Cact. 4:243, plate 36, 37
Frst&Rmpl 882
Backeberg 2:678
Backeberg 2:677" (R. robusta Lem)
Ritter 1:284"
KuaS 13(5):67"; 13(7):116"
Kakteen/Sukkulenten 1988(1):25-26 (R. robusta)
EPIG 8(3):100; 62:9"
Bradleya 13:52", 60
NCL 256"
Succulenta 98(4):245", 246"
Rodriguésia 71 (2020)
◊◊ Enum. Cact. 132 (1837)
Cactus alatus Willdenow (non Swartz 1788) - Enumeratio plantarum supp. 35 (1813)
Epiphyllum alatum (Wild)Haw (non Haw 1829) - Supp. Plant. Succ. 84 (1819)
Cactus triqueter Vell - Fl. Flum. 206 non Haw 1803, non Willd 1813 (1825)
Cereus alatus (Wild)Lk&O (non DC 1828) - Abbildungen neuer Gewächse 77 (1830)
Rhipsalis pachyptera crassior SD - Enum. Cact. 132 (1837)
Lepismium fluminensis Miq - Bull. Sci. Nat. Néerl. 48 (1838)
Rhipsalis robusta Lem (non Lindb 1896) - Rev. Hort. 32:502 (1860)
Hariota triquetra (Vell)Küntze - Rev. Gen. Pl. 1:263 (1891)
Hariota pachyptera (Pfeiff)Küntze - Rev. Gen. Plant. 1:263 (1891)
Hariota robusta (Lem)Küntze - Rev. Gen. Plant. 1:263 (1891)
Rhipsalis crassa KSch - Keys 54 (1903)
Rhipsalis oblonga helicoidea Löfgr - Arch. Jard. Bot. Rio de Jan. 2:44 (1918)
Rhipsalis dusenii Hjelmq - Bot Not. 4:349 (1941)
- Rechtop, later hangend, tot ±1 m lang. Basale leden langwerpig,
spoelvormig, meestal drievleugelig. Secundaire leden ovaal, elliptisch tot
rond, grof gekerfd, donkergroen, rood aangelopen, 8-20 cm lang, 5-12 cm
breed, met duidelijke nerven. Areolen met kleine schubjes en zeer weinig
vilt. Bloem geel, 1,5 cm lang, 2-2,5 cm doorsnede, geurend. Meeldraden
doorschijnend wit, helmknoppen geelwit. Stamper wit. Ovarium rond tot kort
cilindrisch, groen, kaal. Vrucht wit tot rood, samengedrukt tot bolvormig.
- Brazilië: Rio Grande do Sul tot Rio de Janeiro, in kustgebergte tot
aan de Serra da Cantareira in São Paulo, Paraná, tot 1500
m. Bloeitijd februari tot augustus.
Cact. 4:243, plate 36, 37
Frst&Rmpl 882
Backeberg 2:678
Backeberg 2:677" (R. robusta Lem)
Ritter 1:284"
KuaS 13(5):67"; 13(7):116"
Kakteen/Sukkulenten 1988(1):25-26 (R. robusta)
EPIG 8(3):100; 62:9"
Bradleya 13:52", 60
NCL 256"
Succulenta 98(4):245", 246"
Rodriguésia 71 (2020)