◊◊ Enum. Cact. 134 (1837)
Hariota floccosa Lem - Cact. gen. nov. spec. nov. 75 (1839)
Hariota rugosa Küntze - Rev. Gen. Pl. 1:263 (1891)
Lepismium floccosum (SD)Backbg - Kaktus-ABC 155 (1935)
- Struikachtig vertakt, rechtop, later hangend. Leden cilindrisch, 10-30 cm
lang, 4-5 mm doorsnede, mat donker- of grijsgroen. Areolen onregelmatig
verspreid, met veel vilt. Schubjes klein. Bloem 0,5-1,4 cm doorsnede, groenachtig
wit, omringd door geelachtige of witte wol met doorntjes. Meeldraden
doorschijnend, helmknoppen geelachtig. Stamper wit. Ovarium lichtgroen.
Bloembladeren groenachtig wit. Vrucht mat wit, 5-6 mm doorsnede, afgeplat,
met wol omgeven. Zelffertiel.
- Brazilië: São Paulo (Serra da Cantareira), Rio de Janeiro, Minas Gerais, EspĂrito Santo, Bahia, Sergipe, Pernambuco.
Cact. 4:234, plate 29
Frst&Rmpl 886
Backeberg 2:691
KuaS 25(9):200
Bradleya 13:53", 54 (R. rugulosa), 55"
NCL 255"
CEB 212, 230''
EPIG 79:13
Succulenta 97(5):220"
Rodriguésia 71 (2020)