◊◊ Supp. Plant. Succ. 83 (1819)
Cactus funalis Sprengel - Syst. Veg. 2:470 (1825)
Cactus cylindricus Vellozo - Fl. Flum. 207 non Lam 1783, non Ortega 1800 (1825)
Rhipsalis funalis (Sprengel)SD - DC Prodr. 3:476 (1828)
Hariota funalis (Sprengel)Lem - Cact. Gen. Nov. Spec. 74 (1839)
Rhipsalis cylindrica (Vell)Steudel (non Vpl) - Nom. ed. 2 2:448 (1841)
Hariota cylindrica (Vell)Küntze - Rev. Gen. Pl. 1:262 (1891)
Hariota grandiflora (Haw)Küntze - Rev. Gen. Plant. 1: 262 (1891)
Rhipsalis hadrosoma Lindb - Monatschr. Kakt. 6:96 (1896)
Rhipsalis robusta Lindb non Lem 1860 - Monatschr. Kakteenk. 6:53' (1896)
Lepismium grandiflorum (Haw)Backbg - Backeberg 2:691 (1959)
- Struikachtig vertakt, hangend. Stam verhoutend, tot 2 cm doorsnede. Leden
gevorkt of in kransen, tot 1 m lang, 1 cm doorsnede, cilindrisch,
heldergroen, vaak geelachtig- of grijsgroen. Eindleden 5-15 cm lang. Areolen
verzonken, soms met rode ring, met weinig vilt. Bloem lateraal, 1,5 cm lang,
tot 3 cm doorsnede. Ovarium kogelvormig, groen. Bloembladeren witachtig tot
geel. Vrucht wit tot roodachtig, kaal, 6-7 mm doorsnede.
- Brazilië: Rio de Janeiro, São Paulo, Paraná, Santa Catarina.
Epifytisch en epilitisch op rotsen aan de kust en in kustwoud, tot 1200 m. Bloeitijd juni tot oktober.
Cact. 4:231, plate 21, 31
Backeberg 2:691
Backeberg 2:691, 2:662 (Rhipsalis hadrosoma)
Frst&Rmpl 886
Ritter 1:22, 283"
KuaS 13(5):68 (Rhipsalis hadrosoma)
Bradleya 13:65", 66, 67'
NCL 255"
Succulenta 97(1):44"
Rodriguésia 71 (2020)