◊ Cact. Hort. Dyck. 1949:228 (1850)
◊◊ Lepismium paradoxum Pfeiff - Enum. Cact. 140 (1837)
Hariota alternata Lem - Horticulteur universel 2:39 (1841)
Rhipsalis alternata (Lem)Lem - Les cactées 80 (1868)
Hariota paradoxa (SD)Küntze - Rev. Gen. Plant. 1:263 (1891)
- Struikachtig, tot 5 m lang, hangend. Basale stam uiteindelijk 5 cm
doorsnede. Leden dichotoom vertakkend, soms in kransen, 30-50 cm lang,
lichtgroen, later donkergroen, vaak met rode rand. Leden 2-5 cm lang, tot 2
cm doorsnede, driekantig, kanten en vlakken afwisselend tussen opeenvolgende
areolen, kanten scherp. Areolen zonder doorns, 4- 5 cm uiteen. Bloem wit, tot
2 cm doorsnede. Ovarium omgeven door een bosje wol. Meeldraden doorschijnend
wit, helmknoppen lichtgeel. Stamper wit. Vrucht vuilwit, vlak kogelvormig,
7-8 mm doorsnede, half verzonken.
- Brazilië: Rio Grande do Sul tot Pernambuco. Bladverliezend woud, tot 1600 m. Bloeitijd oktober tot december.
act. 4: 237, plate 28
Frst&Rmpl 883
Backeberg 2:697"
KuaS 25(9):200
Bradleya 13:57"
EPIG 1(4):37"
NCL 256"
CEB 214, 231''
Succulenta 97(2):163"
Rodriguésia 71 (2020)