◊ Bradleya 13:50 (1995)
◊◊ Rhipsalis megalantha Löfgr - Monatschr. Kakteenk. 9:134 (1899)
Rhipsalis novaesii Gürke - Monatschr. Kakteenk. 19:12 (1909)
Lepismium megalanthum (Löfgr)Backbg - Kaktus-ABC 155 (1935)
- Leden rechtop, later gebogen of hangend, tot 35 cm lang, cilindrisch,
mat grijsgroen, 8-9 mm doorsnede. Leden met tweeën of in drie- tot
vijftallige kransen, 8-15 cm lang of meer. Areolen eerst met witte
borsteldoorns. Schubjes bruin, 1-1,5 mm lang, met doornspitsje. Bloem
verzonken, tot 4 cm doorsnede, geelachtig wit. Meeldraden bovenaan wit,
onderaan roodachtig. Vrucht iets verzonken, paarsrood, met wit vilt omgeven,
1,2 cm doorsnede.
- Brazilië: São Paulo (Campinas, Ilha de São Sebastião, Mun.
Ilhabela).
Cact. 4:232
KuaS 13(5):68"
Cact. 4 plate 24
Backeberg 2:693"
KuaS 13(5):68"; 25(9):200
EPIG 11(3):78-80"
NCL 256
Succulenta 97(5):224", 225