◊ DC, Prodr. 3:476 (1828)
◊◊ Cactus micranthus Kunth - in: HBK Nov. Gen. Spec. 6:65 (1823)
Hariota micrantha Küntze - Rev. Gen. Pl. 1:263 (1891)
Rhipsalis wercklei Berg - Monatschr. Kakteenk. 16:64 (1906)
- Tot 1 m lange struik. Stam meest vier- tot vijfkantig, stomp, tot 6 mm doorsnede, apicaal vertakkend. Leden meestal vlak, geelachtig groen. Primaire leden 20-25 cm lang, tot 0,5 cm breed, secundaire leden 8-12 cm lang. Areolen 1-4,5 cm uiteen, met weinig vilt en kleine schubjes, rond tot kort ellipsvormig, soms met 1-2 kleine borsteldoorns. Bloem wit, 7 mm lang, 1 cm doorsnede. Ovarium kort cilindrisch, 3 mm lang, soms met enkele schubjes en doorntjes. Meeldraden witachtig. Vrucht 0,5-1 cm doorsnede, wit tot roodachtig of geelachtig.
- Zuid-Ecuador, Noord-Perú tot Olmos en Saña-dal (T: Olleros). Bloeitijd september tot november.
Cact. 4:239
Cact. 4:240 (R. wercklei)
BKPK 228, 229"
Backeberg 2:667", 668
Backeberg 2:672 (R. wercklei)
Ritter 4:1261, 1530"
Trop. Subtrop. Pflanzenwelt 10:7 (1974)
Bradleya 13:62"
Bradleya 13:79 (R. wercklei)
NCL 256"
Calvente 2010'
EPIG 8(4):129; 62: 10", 11", 27; 74:6, 11", 12"
Succulenta 98(4):244"
Bol. Cient. Mus. Hist. Nat. U. de Caldas 19(2): 74-79