Rhipsalis pentaptera
Dietr
◊◊ Allg. Gartenz. 4:105 (1836)
Hariota pentaptera (Pfeiff)Lem - Cact. Gen. Nov. Spec. Nov. 75
(1839)
- Struikachtig vertakt, tot 40 cm lang. Stam ±1 cm doorsnede. Leden
dichotoom vertakkend of in kransen van 2-3, 7-12 cm lang, 0,6-1,5 cm
doorsnede, donkergroen, drie- tot zevenkantig of -ribbig, met iets gedraaide
of vleugelachtige randen. Areolen 4 cm uiteen, eerst met fijn haar. Bloem
lateraal, 7-8 mm lang, crèmewit. Meeldraden wit. Vrucht wit, boven rozerood,
doorschijnend.
- Brazilië: Rio de Janeiro. Oorspronkelijk in kustwouden, echter niet
meer in het wild gevonden.
Cact. 4:236, plate 30
Frst&Rmpl 883
Backeberg 2:665
An. Mus. Hist. Nat. Buenos Aires 32:477 (1925)
Succulenta 48(1):6"; 97(2):165, 166"
Bradleya 13:59"
NCL 257"
Rodriguésia 71 (2020)
◊◊ Allg. Gartenz. 4:105 (1836)
Hariota pentaptera (Pfeiff)Lem - Cact. Gen. Nov. Spec. Nov. 75
(1839)
- Struikachtig vertakt, tot 40 cm lang. Stam ±1 cm doorsnede. Leden
dichotoom vertakkend of in kransen van 2-3, 7-12 cm lang, 0,6-1,5 cm
doorsnede, donkergroen, drie- tot zevenkantig of -ribbig, met iets gedraaide
of vleugelachtige randen. Areolen 4 cm uiteen, eerst met fijn haar. Bloem
lateraal, 7-8 mm lang, crèmewit. Meeldraden wit. Vrucht wit, boven rozerood,
doorschijnend.
- Brazilië: Rio de Janeiro. Oorspronkelijk in kustwouden, echter niet
meer in het wild gevonden.
Cact. 4:236, plate 30
Frst&Rmpl 883
Backeberg 2:665
An. Mus. Hist. Nat. Buenos Aires 32:477 (1925)
Succulenta 48(1):6"; 97(2):165, 166"
Bradleya 13:59"
NCL 257"
Rodriguésia 71 (2020)